ENI leden aan het woord

Interview met Max Aerts van DENS

12-11-2024

In deze editie van 'Leden aan het woord' spreken we met Max Aerts van Dens

'Wij profileren onszelf graag als de ruggengraat van de emissieloze bouwplaats. Of de leverancier daarvan. Het aanschaffen van een emissieloze graafmachine is een goed begin, maar om er gebruik van te maken heb je een gedegen laadinfrastructuur nodig."

Stel jezelf en jullie bedrijf voor.
Max Aerts: ik ben mededirecteur en mede-eigenaar van Dens. Dens is een bedrijf dat is ontstaan vanuit een studieproject in 2015. We zijn gestart met waterstofgebaseerde hydrozine-aggregaten. Daarnaast leveren wij een mobiele laadinfrastructuur in de vorm van batterijen en aandrijflijnen voor elektrische bouwmachines. Kortom, wij hebben iets te bieden op alle aspecten van emissieloos bouwen.

Toen ik op de universiteit de technologie van de waterstofdrager tegenkwam, dacht ik: ‘daar moeten we wellicht wat mee doen’. Daar zijn we vervolgens mee aan de slag gegaan in de vorm van een studententeam. In 2018 hebben we een pilot gedaan met BAM. Dat ging om een van de eerste emissieloze wegen. Aangemoedigd door de behoefte die er bleek te zijn in de markt, zijn we het bedrijf gestart. De stikstofcrisis was voor veel bedrijven natuurlijk een heel vervelend verhaal, maar voor ons betekende die crisis het levenslicht. Wij waren namelijk al bezig met het leveren en het ontwikkelen van emissieloze energie-infrastructuur, specifiek voor bouwplaatsen. De behoefte werd alleen maar groter en dat betekende ook dat ons bedrijf een enorme vlucht nam. Dat heeft erin geresulteerd dat wij nu met 115 medewerkers zijn.

Sinds wanneer zijn jullie lid van ENI en waarom zijn jullie lid geworden?
We twijfelden aanvankelijk of we lid wilden worden, omdat we nog niet zo veel financiële armslag hadden. We moesten eerst onze prioriteiten bepalen. Uiteindelijk zagen we er toch wel veel voordelen in. De reden om lid te worden was voor ons evident: wij bieden technische oplossingen om het emissieloos werken in de infrasector mogelijk te maken.

Waar staan jullie op dit moment qua emissieloos bouwen? Licht een mooi project uit.
Wij profileren onszelf graag als de ruggengraat van de emissieloze bouwplaats. Of de leverancier daarvan. Het aanschaffen van een emissieloze graafmachine is een goed begin, maar om er gebruik van te maken heb je een gedegen laadinfrastructuur nodig. Op dit moment verkopen we veel powerhubs: enorme powerbanks voor op de bouwplaats die graafmachines van elektriciteit voorzien.

We zien dat elk infrabedrijf een eigen manier van werken heeft. Ook hebben ze een eigen voorkeur m.b.t. de machines die ze nodig hebben. De een gaat voor de standaardoptie en een ander gaat voor een systeem op maat, dat de behoefte dekt. Wij zijn trots op het feit dat we voor een modulaire opbouw hebben gekozen waarin we elke configuratie kunnen bieden die wenselijk is voor de klant. 

Een mooi project dat dit illustreert is de powerhub die we hebben gemaakt voor Martens en Van Oord: een systeem met vier verschillende laadpunten, waar je tegelijkertijd meerdere graafmachines of shovels kunt opladen. 

Of het echt groen is, hangt af van de manier waarop de klant ermee omgaat. Je kunt zo´n powerhub met een dieselvrachtwagen verplaatsen. Op die manier is er nog wel sprake van stikstofemissie, al wordt dat steeds minder. Martens en Van Oord rijdt de powerhub rond in een elektrische wagen. Dat is precies zoals je het wil. Maar als je verder kijkt, bijvoorbeeld naar het Nederlandse stroomnet, dan is er altijd een deel dat zelf is opgewekt en een deel dat we ´groen´ kunnen noemen omdat we de rechten kopen uit andere landen. Zo zijn er altijd haken en ogen te vinden. Er is nou eenmaal altijd sprake van een transitiefase. Het gaat erom dat je ergens begint. 

Er zijn overigens wel degelijk projecten die je optimaal kunt noemen. Een voorbeeld daarvan is bouw- en infrabedrijf Van der Zanden, dat ontzettend veel zonnepanelen op de werf heeft liggen. Zij kunnen die powerhub binnen een paar uur helemaal vol laden met zonne-energie.

Waar lopen jullie nog tegenaan als het om emissieloos bouwen gaat?
We krijgen veel mee van de problemen die onze klanten ervaren. Een belangrijke vraag is: zijn opdrachtgevers bereid om ervoor te betalen? 

Verder gaat de elektrificatie snel, maar de ontwikkeling op het gebied van waterstof verloopt nog moeizaam. Daar lopen wij ook tegenaan, omdat we ook waterstofsystemen hebben. De markt is op zowel financieel als praktisch gebied nog niet aan waterstof toe. Ook de regelgeving loopt nog achter. De voortgang van emissieloos bouwen wordt er niet zozeer door belemmerd, maar het mag allemaal wel wat sneller gaan. 

 

Wat heeft ENI tot nu toe voor jullie kunnen betekenen hierin? 
Voor ons is het contact met de infrabouwers zelf heel mooi. Als je de ruggengraat van de emissieloze bouwplaats wil zijn, moet je de behoefte van de klant kennen. Door het klantcontact krijgen we al wel wat mee van die behoefte, maar je hebt overkoepelende afspraken nodig om universele oplossingen te kunnen creëren, of een universele standaard. Daarin is ENI voor ons heel waardevol. 

 

Hebben jullie nog tips waar we mee aan de slag kunnen gaan de komende tijd?
Binnen het netwerk doen we ons best om een soort uniformiteit te krijgen. Ik pleit ervoor dat we ons ook samen op iets anders richten, namelijk de EMC-veiligheid. Een elektrisch systeem heeft altijd een magnetisch veld om zich heen. Voorbeeld: Als iemand met een pacemaker daar langsloopt, kan een dergelijk apparaat als gevolg daarvan op hol slaan. Het lijkt mij een goede stap om daar met de hele sector mee aan de slag te gaan.

Wat kunnen jullie voor andere ENI-leden betekenen?
Ik denk dat wij goed kunnen adviseren over de werkwijze, afhankelijk van het type werk. Daar zien wij namelijk veel verschil. Het ene bedrijf rijdt elke dag op en neer met een batterij. Een ander, zoals Van der Zanden, verplaatst de batterij alleen een keer in het weekend, om via de zonnepanelen te laden. Uiteindelijk is dat een stukje praktijk, maar dat vertaalt zich ook naar een bepaalde prijs per kilowattuur. Daar kunnen wij ENI-leden over informeren.
 

Het is 2026... Waar staan we als Nederland m.b.t. emissieloos bouwen? 
Als je kijkt naar de manier waarop het in Europa gaat, kunnen we concluderen dat we het in Nederland goed doen. We lopen voorop, terwijl er in de rest van Europa nog maar weinig emissieloos heavy duty equipment uit de fabriek komt. Nederland is dus goed bezig in vergelijking tot het buitenland. Zeker ook wat betreft de uitvraag in aanbestedingen door de Nederlandse overheid. 

Als je echter wat concreter naar bijvoorbeeld de targets van Rijkswaterstaat voor 2028 kijkt, besef je weer dat het nog flink aanpoten wordt.

Meer weten over DENS? Ga naar hun website 

Deel dit nieuwsbericht

« Terug naar overzicht

Emissieloos Netwerk Infra maakt gebruik van Cookies

Geef per categorie de keuze voor het gebruik van cookies aan. Wij hebben de cookies van Google Analytics volledig geanonimiseerd en daarom mogen wij die plaatsen zonder toestemming.

In onze Privacyverklaring is hier meer over te lezen. Graag de beste website ervaring? Vink dan alle vakjes aan.

OK