In deze editie van 'Leden aan het woord' spreken we met Peter van Halteren van Sterk
"Ik geloof dat wij anderen over de drempel kunnen helpen richting emissieloos bouwen, omdat we kunnen aantonen dat het niet altijd zo ingewikkeld is, mits de organisatie goed is. Het gaat namelijk niet alleen om het aanschaffen van nieuwe machines, maar bijvoorbeeld ook om risicoanalyses en opleidingen. Je werkt met hoge voltages en daar moet je gewoon veilig mee werken. De kennis hierover hebben wij en willen we graag delen"
Stel jezelf en je bedrijf voor
Ik ben Peter van Halteren, momenteel technisch directeur bij Sterk, waar ik inmiddels alweer 22 jaar werk. Ik was al vroeg gefascineerd door machines en innovatie dus ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken. Vanuit mijn rol mag ik het bedrijf door de energietransitie navigeren en houd ik me veel bezig met innovatie.
Sterk is een funderingsbedrijf dat al meer dan 140 jaar bestaat. We zijn gespecialiseerd in het aanbrengen van stalen damwanden, combiwanden, stempelraamconstructies en verankering. Dit doen we zowel vanaf het land als vanaf het water en passen we toe voor bouwkuipen (voor bijvoorbeeld parkeerkelders of funderingen van bruggen en viaducten), dijkversterkingen en kadeconstructies. We doen dit ook steeds meer in het kader van de energietransitie. Sterk heeft sinds 2009 ook een vestiging in Duitsland, Sterk Spezialtiefbau GmbH, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van de groep. We hebben een paar mooie jaren achter de rug, wat helpt bij het doen van investeringen. Onder andere om onze ambities binnen de energietransitie te verwezenlijken.
Onze doelstelling is om voor 2035 emissievrij te zijn. We worden wel koplopers genoemd, maar wij zien onszelf vooral als ‘slimme volgers’. We zijn ambitieus maar ook pragmatisch en gaan geen onnodige dingen doen. Het moet wel vanuit een economische basis komen. We willen gewoon continu paraat staan om een bepaalde kant op te kunnen gaan en mee te kunnen in nieuwe ontwikkelingen. Hierbij helpt het dat we geen groot bouwbedrijf, geen hoofdaannemer zijn. Dat maakt ons flexibel. We denken wel zoveel mogelijk als een hoofdaannemer, want er is meer dan alleen het werk dat Sterk uitvoert. Projecten proberen we dan ook altijd vanuit een breder perspectief te bezien. Wij zitten daarom veel in combinaties met grote aannemers, die onze kennis en kunde aanroepen. En uiteraard leren wij weer van hen. Zo maken we de stap omhoog.
Sinds wanneer zijn jullie lid van ENI en waarom zijn jullie lid geworden?
Wij zijn al sinds het begin lid en hebben bij de eerste gesprekken gezeten. Opdrachtgevers van de grote bedrijven wezen op de uitgebreide kennis en kunde die bij de onderaannemers zit. Daarom voelden wij ons ook geroepen om lid te worden. Wij investeren in emissieloos materieel zonder dat we er gegarandeerd werk voor hebben. Het is dus echt ons beleid geworden om emissieloos materieel te kopen en te verbouwen.
Waar staan jullie op dit moment qua emissieloos bouwen? Licht een mooi project uit
We krijgen veel vragen over emissieloos bouwen. We merken dat veel bedrijven nog wat zoekende zijn. Wat kan er wel of niet? Waar moet allemaal rekening mee gehouden worden? Daarom maakten we voor onszelf een tijdlijn met onze activiteiten op dat gebied. Daar kwam een interessant plaatje uit en op basis daarvan hebben we een roadmap gemaakt.
De meeste vragen gingen over het verbruik. Hoeveel energie heb je nodig? Welke aansluitingen? Wij hebben vervolgens weergegeven welke machines beschikbaar zijn. We hebben een inschatting gemaakt van het energieverbruik, de bouwaansluiting die je eventueel nodig hebt en hoe lang je daarmee kunt draaien. Zo geef je de opdrachtgever handvaten.
Het gaat zo ongelooflijk snel allemaal. De trein is niet meer af te remmen: je kunt er maar beter op springen. Ik denk dat wij daar in slagen. Ja, wij voeren straks ook gewoon dieselwerk uit met emissieloze machines, maar staan paraat wanneer er wel volledig emissieloos gewerkt moet (gaan) worden. Anderen vinden wellicht dat dit weggegooid geld is, maar je moet toch de transitie doormaken. Bovendien, het belangrijkste in ons bedrijf zijn niet de machines, maar de mensen die er werken. En die moeten mee. Het doel is dus om te investeren in de medewerkers.
We deden mee aan het project om de Rijnkade in Arnhem te versterken. Daar hadden wij een complete set met emissieloos bouwmaterieel staan, zoals een kraan van 100 ton, nieuw uit de fabriek. Die mocht er eigenlijk niet staan, maar we hebben er veel ballast af kunnen halen, zodat de machine alsnog voldeed aan de eisen. Daarnaast stonden er een trilblok, een silent piler en een hogedrukpomp: alles emissievrij. Het is wel aardig om te zien dat de emissievrije hogedrukpomp nu goedkoper is dan de dieselpomp.
In Stolwijk zijn wij betrokken bij het project ‘Parel in de polder’. Dat gaat om een nieuw duurzaam kantoorgebouw van aannemer De Vries en Verburg, waarbij de doelstelling is om zo veel mogelijk emissievrij te bouwen. Daar hebben wij, net als vele andere partners, met hen in het voortraject over nagedacht. Binnenkort gaan we de bouwkuip emissievrij verwijderen. We kregen veel vragen van bedrijven of ze even mee konden kijken. Vroeger hielden we kennis bij ons en nu delen we juist heel veel.
Wat heeft ENI tot nu toe voor jullie kunnen betekenen hierin?
ENI is een fantastisch platform. Ik ga naar veel bijeenkomsten, ik zie hoe nuttig het is om zoveel mensen te ontmoeten. Daar is ook het verhaal over de onderaannemer weer van toepassing: wij komen in contact met grote aannemers en grote opdrachtgevers. Daardoor word je bekender in wat je doet en kunt, waar je kennisniveau ligt. Dat is iets heel belangrijks wat ENI ons al heeft gebracht. Aan de andere kant kunnen wij onze, veelal praktische, kennis en ervaringen delen. Het is een uitstekende manier om te laten zien waar de markt staat, waar die toe in staat is en wat zij voor de energietransitie kan betekenen. Veel mensen zeggen: het kan niet. Wij zeggen: technisch gezien kan alles en kunnen we alles emissieloos doen, maar er hangt wel een prijskaartje aan. De grote worsteling zit hem in de vraag wanneer iets rendabel is.
Hebben jullie nog tips waar we mee aan de slag kunnen gaan de komende tijd?
Er is nog veel meer te halen wat betreft het contact en de uitwisseling van kennis tussen de onderaannemers en de grote opdrachtgevers. Volgens mij worden er steeds meer onderaannemers lid van ENI, dus dat is goed om te zien. Het gaat vaak om familiebedrijven die snel kunnen schakelen.
Ook denk ik dat het Intranet nog beter tot zijn recht kan komen. Dat kan nog meer een platform zijn waar bedrijven projecten of machines kunnen tonen of ervaringen kunnen delen. Hoe groter het bereik en de deelname, hoe beter. En als mensen concrete voorbeelden zien van welk materieel bedrijven hebben, wat voor projecten ze doen en welke kennis er in huis is, dan gaat men nog meer in mogelijkheden denken.
Wat kunnen jullie voor andere ENI-leden betekenen?
Als leden vragen hebben over energieverbruik van machines, zijn ze bij ons aan het goede adres. Wij monitoren onze machines goed en bouwen zo steeds kennis op. Ik geloof dat wij anderen over de drempel kunnen helpen richting emissieloos bouwen, omdat we kunnen aantonen dat het niet altijd zo ingewikkeld is, mits de organisatie goed is. Het gaat namelijk niet alleen om het aanschaffen van nieuwe machines, maar bijvoorbeeld ook om risicoanalyses en opleidingen. Je werkt met hoge voltages en daar moet je gewoon veilig mee werken. De kennis hierover hebben wij en willen we graag delen.
Het is 2026... Waar staan we als Nederland m.b.t. emissieloos bouwen?
Ik denk dat een groot deel van de bouwwerkzaamheden, zeker in de funderingsbranche, technisch emissievrij uitgevoerd kunnen worden. Het gaat hard met emissieloos bouwen, maar wat ons betreft mag het nog wel wat sneller gaan. Hopelijk blijft de regering wel stimuleren. Al denk ik dat het proces, de trein waar ik het eerder over had, niet meer afgeremd kan worden. Wij blijven in ieder geval onze roadmap volgen en doen wat we beloven.